‘Wat wil ik?’ is de derde vraag die je je moet stellen. Bedenk dat je werk de plaats is waar je de meeste tijd gaat doorbrengen. Je collega’s zie je gemiddeld vaker dan je eigen partner. Als je je niet ’thuis’ voelt op je werk, zal dit zich zonder twijfel tegen je gaan keren. Je kunt dan moe, ongelukkig en zelfs ziek worden. Ook al ligt je droombaan niet altijd meteen voor het oprapen en blijft deze soms zelfs altijd een fantasie, (zoals topvoetballer willen zijn als je boven de vijftig jaar bent) toch is het ook dan heel belangrijk in kaart te brengen wat je wilt in je leven en waarom. In het voorbeeld van de persoon die topvoetballer wil worden op oudere leeftijd; misschien houdt die persoon van fysiek bezig zijn, werken in een team of van verantwoordelijkheid en de mogelijkheid om te kunnen ‘scoren’ (of van het salaris!)
Ontdek je eigen drijfveren en houd altijd ‘je eigen grotere verhaal’ in de gaten. Stel doelen voor de toekomst en werk deze bij. Dacht je stewardess te willen zijn en valt het enorm tegen: stel je wensen bij. Ook als je tussentijds om praktische (financiĆ«le) redenen iets moet doen dat niets met je doel te maken heeft, zorg dan dat je door blijft solliciteren en in je vrije tijd bezig blijft met je einddoel. Soms ligt je belangrijkste wens in het leven niet op het werkvlak. Je wilt bijvoorbeeld ontspannend werk in een rustige omgeving, zodat je veel tijd kunt doorbrengen met je kinderen. Doorgroeimogelijkheden zijn dan wellicht minder van belang voor je, locatie en lage werkdruk des te meer.