In gesprekssituaties wordt altijd op twee niveaus gecommuniceerd. Allereerst op kennis- of inhoudsniveau (Kennis). Mensen praten met elkaar over hoe ze zaken zullen gaan aanpakken, over te volgen procedures, over beleidsnotities, enzovoort.
Daarnaast bevat elk gesprek ook een relatieniveau (Emotie en Gedrag). Het relatieniveau bevat de emotionele lading van de boodschap ten opzichte van de gesprekspartner.
Zowel op kennis- als op emotioneel niveau kunnen er problemen ontstaan.
Kennisproblemen zijn uitdagingen op intellectueel gebied; hoe kunnen we bijvoorbeeld een medicijn vinden tegen een nieuwe ernstige ziekte? Mensen kunnen inhoudelijk van mening verschillen over de aanpak van deze problemen op zoek naar een oplossing. Oplossen van kennisproblemen vereist zorgvuldige analyse en creativiteit. Niet gemakkelijk, maar doorgaans kunnen mensen met dergelijke problemen goed uit de voeten.
Lastiger wordt het als de problemen van emotionele aard zijn: twee professoren betwisten elkaar over wie een nieuw medicijn heeft uitgevonden; iemand is woedend over het gedrag van een ander; iemand maakt zich vreselijk nerveus over een lezing die hij moet houden. Allemaal problemen met een emotionele lading.
Hoe kun je dergelijke emotionele problemen nu hanteren?
We kunnen drie soorten emotionele problemen onderscheiden:
– emotionele problemen van jezelf met situaties waaraan je niets kunt veranderen;
– emotionele problemen van jezelf met iemand anders;
– emotionele problemen van een ander.
In het volgende gaan we hier nader op in.